De populairste Engelse woorden 851 - 900

 0    50 Datenblatt    Engnl1000
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
talked
Past simple en past participle van "to talk"
We talked with each other till dawn.
Lernen beginnen
praatte, praatten
We pratten met elkaar tot de ochtend.
service
Can I be of any service to you?
Lernen beginnen
de dienst
Kan ik u met iets van dienst zijn?
respect
Children should respect adults.
Lernen beginnen
het respect
Kinderen moeten volwassenen respecteren.
ice
Would you like some ice?
Lernen beginnen
het ijs
Wil je graag wat ijs?
accident
My parents had an accident.
Lernen beginnen
het ongeluk
Mijn ouders hadden een ongeluk.
stopped
Past Simple en past participle van "to stop"
He stopped to rest.
Lernen beginnen
stopte, stopten
of "zijn gestopt"
Hij stopte om te rusten.
tough
She's a tough woman.
Lernen beginnen
sterk
Ze is een sterke vrouw.
heaven
Do you believe in hell and heaven?
Lernen beginnen
de hemel
Geloof je in hel en hemel?
proud
I'm so proud of you!
Lernen beginnen
trots
Ik be zo trots op jou!
to laugh
Don't laugh, it's serious!
Lernen beginnen
lachen
Lach niet, het is serieus!
security
Security is our top priority.
Lernen beginnen
de veiligheid
Veiligheid is onze topprioriteit.
sad
Why are they so sad?
Lernen beginnen
treurig
Waarom zijn zij zo treurig?
lived
Past simple en past participle van "to live"
He lived in Poland before the war.
Lernen beginnen
woonde, woonden
ook: "leefde", "leefden"
Hij woonde in Polen voor de oorlog.
art
It's hard to understand contemporary art.
Lernen beginnen
de kunst
Het is moeilijk om hedendaagse kunst te begrijpen.
difficult
This task is too difficult for me.
Lernen beginnen
moeilijk
Deze taak is te moeilijk voor mij.
to mark
You can mark only one answer.
Lernen beginnen
markeren
Jij kan maar één antwoord markeren.
single
Would you like a single or double room?
Lernen beginnen
eenpersoons...
Wilt u graag een eenpersoons- of tweepersoonskamer?
to dare
Don't you dare!
Lernen beginnen
wagen
Waag het niet!
group
My group is less advanced than his.
Lernen beginnen
de groep
Mijn groep is minder gevorderd dan die van hem.
to record
This conversation may be recorded.
Lernen beginnen
opnemen
Deze conversatie kan opgenomen worden.
wind
The wind is very strong today.
Lernen beginnen
de wind
De wind is heel hard vandaag.
cops
Don't call the cops!
Lernen beginnen
agenten, smerissen
of simpel "de polite"
Roep niet de politie!
to fix
Who knows how to fix this?
Lernen beginnen
herstellen, repareren
Wie weet hoe je dit repareert?
club
I'm a member of a football club.
Lernen beginnen
de club
Ik ben lid van voetbalclub.
upon
formeel, literair
Upon the table lied books and newspapers.
Lernen beginnen
op
Op de tafel lagen boeken en kranten.
marriage
Her marriage was a failure.
Lernen beginnen
het huwelijk
Haar huwelijk was een mislukking.
mess
What a mess in your room!
Lernen beginnen
de rootzoi, de rommel
Wat een rommel in je kamer!
besides
Besides appels and oranges, there were also strawberries and plums.
Lernen beginnen
naast, behalve
Naast appels en sinaasappels, er waren ook aardbeien en pruimen.
fighting
Present participle van "to fight"
Kids, stop fighting!
Lernen beginnen
ruzie maken
ook: "vechten"
Kinderen, stop met ruzie maken!
impossible
Nothing is impossible.
Lernen beginnen
onmogelijk
Niets is onmogelijk.
forward
Let's move forward!
Lernen beginnen
vooruit
Laten we vooruitgaan!
to quit
Is it possible to quit smoking?
Lernen beginnen
stoppen
Is het mogelijk met roken te stoppen?
entire
Have you eaten the entire cake?
Lernen beginnen
heel
Heb je de hele cake gegeten?
wine
Pour me some wine.
Lernen beginnen
de wijn
Schenk mij wat wijn in.
normal
This isn't a normal situation.
Lernen beginnen
normaal
Dat is niet een normale situatie.
to visit
When will you visit me again?
Lernen beginnen
bezoeken
Wanneer zal je me weer bezoeken?
offer
This is quite an attractive offer.
Lernen beginnen
het aanbod
Dat is wel een aantrekkelijk aanbod.
public
It's forbidden to smoke in public places.
Lernen beginnen
openbaar, publiek
Het is verboden in openbare plaatsen te roken.
missed
Past simple en past participle van "to miss"
We missed our plane.
Lernen beginnen
miste, misten
of "hebben gemist"
We hebben ons vliegtuig gemist.
screaming
Present participle van "to scream"
I've heard somebony screaming.
Lernen beginnen
schreeuwen
Ik hoorde iemand schreeuwen.
prison
Life in prison is dangerous.
Lernen beginnen
de gevangenis
Het leven in gevangenis is gevaarlijk.
to smoke
How many cigarettes do you smoke per day?
Lernen beginnen
roken
Hoeveel sigaretten rook je per dag?
to agree
Did she agree with you?
Lernen beginnen
eens zijn
Was zij met jou eens?
saved
Past simple en past participle van "to save"
The file was saved.
Lernen beginnen
sloeg op, opgeslagen
ook: "redde", "redden" of "hebben gered"
Het bestand werd opgeslagen.
river
Are there any fish in this river?
Lernen beginnen
de rivier
Zijn er vissen in deze rivier?
broken
Past participle van "to break"
I think my leg is broken.
Lernen beginnen
gebroken
Ik geloof dat mijn been gebroken is.
neither... nor...
I could neither work nor sleep.
Lernen beginnen
noch
Ik kon niet werken, noch slapen.
whether
I don't know whether I should go there.
Lernen beginnen
of
Ik weet niet of ik daarnaartoe moet gaan.
weird
The world is full of weird people.
Lernen beginnen
raar, vreemd
De wereld zit vol rare mensen.
green
Do you prefer green or red apples?
Lernen beginnen
groen
Heb je liever groene of rode appels?

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.