Kolokwium III

 0    124 Datenblatt    noodleism
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
het zandstuifgebied
Lernen beginnen
obszar zasypywania piasku
de heide
Lernen beginnen
wrzosowisko
bloeien
Lernen beginnen
kwitnąć
ruiken
Ruik aan deze bloemen!
Lernen beginnen
wąchać
Powąchaj te kwiaty!
de tegenslag
Lernen beginnen
niepowodzenie
de tocht
Lernen beginnen
podróż
sowieso
Lernen beginnen
tak czy siak
opvangen
Lernen beginnen
złapać
de eend
Lernen beginnen
kaczka
de eilandengroep
Lernen beginnen
archipelag
het vogelparadijs
Lernen beginnen
ptasi raj
waaien
De wind waait hard.
Lernen beginnen
wiać
Wiatr mocno wieje.
enorm
We moeten toegeven dat we een enorm probleem hebben.
Lernen beginnen
olbrzymi
Musimy przyznać, że mamy ogromny problem.
schuilen (voor)
Lernen beginnen
ukrywać się (przed)
druipen
Lernen beginnen
to be soaked
de regen
Lernen beginnen
deszcz
Het gaat erom
Lernen beginnen
Co jest ważne (to)
ermee
Ik snij brood ermee.
Lernen beginnen
tym, z tym
Tym kroję chleb.
de groepsreis
Lernen beginnen
wycieczka grupowa
boeken
Lernen beginnen
zabukować
genieten (van)
Lernen beginnen
cieszyć się (czymś)
de zandplaat
Lernen beginnen
piaskownica
de strandvogel
Lernen beginnen
ptak plażowy
de zeehond
Lernen beginnen
foka
de zee
Mijn vriendin heeft een huis aan zee.
Lernen beginnen
morze
Moja przyjaciółka ma dom nad morzem.
de duisternis
Lernen beginnen
ciemność
ervaren
Lernen beginnen
doświadczyć
de kanotocht
Lernen beginnen
spływ kajakowy
waarbij
Lernen beginnen
w którym
wildkamperen
Lernen beginnen
dziki kemping
wild
Vergeet niet dat het verboden is om wilde dieren te voeren.
Lernen beginnen
dziki
Pamiętajcie, że karmienie dzikich zwierząt jest zabronione.
kamperen
Lernen beginnen
kemping
verwachten
Ik heb het niet verwacht.
Lernen beginnen
spodziewać się
Nie spodziewałem się tego.
vullen
Lernen beginnen
wypełnić
de wereldreiziger
Lernen beginnen
podróżnik świata
de reiziger
Lernen beginnen
podróżnik
de verandering
Lernen beginnen
zmiana
trekken (door)
Lernen beginnen
podróżować
beleven
Lernen beginnen
doświadczać
hoe... hoe...
Lernen beginnen
the (further) the (better)
aanspreken
Lernen beginnen
to appeal
eenmaal
Lernen beginnen
kiegdyś
ontdekken
Vikingen hebben Amerika ontdekt.
Lernen beginnen
odkrywać
Wikingowie odkryli Amerykę.
de blik
Lernen beginnen
wgląd/perspektywa
vanzelfsprekend
Lernen beginnen
oczywisty
ontbreken (aan)
Lernen beginnen
brakować
waarderen
Lernen beginnen
doceniać
de bestemming
Wat is je bestemming?
Lernen beginnen
cel podróży
Jaki jest twój cel podróży?
spannend
Je zus heeft mij een spannend verhaal verteld.
Lernen beginnen
ekscytujący
Twoja siostra opowiedziała mi ekscytującą historię.
zwerven
Lernen beginnen
wędrować
zelden
Lernen beginnen
rzadko
verrassen
Niets zal me verrassen.
Lernen beginnen
zaskakiwać
Nic mnie nie zaskoczy.
eindigen (met)
Lernen beginnen
kończyć (z)
kleuren
Lernen beginnen
kolorować
halfvol
Lernen beginnen
w połowie pełna
halfleeg
Lernen beginnen
do połowy pusty
leeg
Waarom is jullie koelkast altijd leeg?
Lernen beginnen
pusty
Dlaczego wasza lodówka jest zawsze pusta?
de hittegolf
Lernen beginnen
fala upałów
de golf
Lernen beginnen
fala
ooit
Heb je ooit oesters gegeten?
Lernen beginnen
kiedykolwiek
Czy kiedykolwiek jadłeś ostrygi?
eindelijk
Je bent eindelijk terug.
Lernen beginnen
nareszcie
Nareszcie wróciłeś.
aanbreken
Lernen beginnen
przybyć
de stap
De eerste stap is altijd het moeilijkst.
Lernen beginnen
krok
Pierwszy krok jest zawsze najtrudniejszy.
broeierig
Lernen beginnen
wilgotny
het dekbed
Lernen beginnen
kołdra
heet
Lernen beginnen
gorący
afkoelen
Lernen beginnen
uspokajać
nauwelijks
Lernen beginnen
ledwo
vanwege
Lernen beginnen
z powodu
de mug
Lernen beginnen
komar
krap
Lernen beginnen
ciasno
de klamboe
Lernen beginnen
moskitiera
dichtdoen
Kan je het raam dichtdoen?
Lernen beginnen
zamykać
Możesz zamknąć okno?
hoog
Ik heb zeer hoge verwachtingen.
Lernen beginnen
wysoki, wysoko
Mam bardzo wysokie oczekiwania.
ijskoud
Lernen beginnen
lodowaty
in je eentje
Lernen beginnen
samemu
balen als een stekker
Lernen beginnen
mieć na serio dosyć
balen (van)
Lernen beginnen
mieć dość
voorbijkruipen
Lernen beginnen
przeczołgać się
voorbij
Lernen beginnen
past
kruipen
Lernen beginnen
pełzać
vanuit
Vanuit het raam is het uitzicht zeer mooi.
Lernen beginnen
z (jakiegoś miejsca)
Z okna widok jest przepiękny.
de kantoorkoelkast
Lernen beginnen
biurowa lodówka
de koelkast
Lernen beginnen
lodówka
de warmte
Lernen beginnen
ciepło
flauwvallen
Ik val soms flauw bij de dokter.
Lernen beginnen
mdleć
Czasem mdleję u lekarza.
flauw
Lernen beginnen
nijakie
uitgeput
Lernen beginnen
wyczerpany
de stemming
Lernen beginnen
Nastrój
benauwd
Lernen beginnen
duszny 2
openzetten
Lernen beginnen
otoworzyć
het weerbericht
Lernen beginnen
Prognoza pogody
het bericht
Ik heb het bericht over zijn dood ontvangen.
Lernen beginnen
powiadomienie, informacja
Otrzymałem powiadomienie o jego śmierci.
volhouden
Lernen beginnen
wytrwać
de zwemkleding
Lernen beginnen
stroje kąpielowe
de spiegel
Lernen beginnen
lustro
fris
Lernen beginnen
świeży
zwoel
Lernen beginnen
duszny 3
knus
Lernen beginnen
przytulny
doorwerken
Lernen beginnen
przepracować
comfortabel
Lernen beginnen
wygodny
koel
Lernen beginnen
spoko
loom
Lernen beginnen
ospały
ontspannen
Lernen beginnen
zrelaksowany
zich ontspannen
Ik moet me ontspannen na deze drukke werkdag.
Lernen beginnen
odprężyć się
Muszę się odprężyć po tym ciężkim dniu.
meevallen
Lernen beginnen
to be better than expected
de avondlucht
Lernen beginnen
wieczorne powietrze
stromen
De Seine stroomt door Parijs.
Lernen beginnen
płynąć
Sekwana płynie przez Paryż.
dik
Als Maarten zoveel eet, gaat hij dik worden.
Lernen beginnen
gruby
Jeśli Maarten będzie tyle jadł, stanie się gruby.
afvallen
Ik moet voor de vakantie afvallen.
Lernen beginnen
schudnąć
Muszę schudnąć przed wakacjami.
wachten (op)
Lernen beginnen
czekać
het avontuur
Lernen beginnen
przygoda
exotisch
Lernen beginnen
egzotyczny
de kano
Lernen beginnen
kajak
het paradijs
Lernen beginnen
raj
organiseren
Ik zal proberen een vergadering te organiseren.
Lernen beginnen
organizować
Spróbuję zorganizować jutro spotkanie.
de yurt
Lernen beginnen
jurta
ditchdoen
Kan je het raam dichtdoen?
Lernen beginnen
zamykać
Możesz zamknąć okno?
last hebben van
Lernen beginnen
cierpieć na
snorkelen
Lernen beginnen
nurkować
beklimmen
Lernen beginnen
wspinać się
de luchtballon
Lernen beginnen
balon
benauwd voor
Lernen beginnen
być zaniepokojonym
keihard
Lernen beginnen
twardy jak skała

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.