kurs poziom 1

 0    102 Datenblatt    olgabarucha
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
jak się masz?
Lernen beginnen
hoe gaat het met jou?
jestem w porządku
Lernen beginnen
het gaat wel
Miło mi!
Lernen beginnen
Aangenaam!
rozwiedziony
Lernen beginnen
gescheiden
bus / busy
Lernen beginnen
de bus / de bussen
syn / synowie
Lernen beginnen
de zoon / de zonen
język / języki
Lernen beginnen
de taal / de talen
szkoła / szkoły
Lernen beginnen
de school / de scholen
tydzień / tygodnie
Lernen beginnen
de week / de weken
pytanie / pytania
Lernen beginnen
de vraag / de vragen
auto / auta
Lernen beginnen
de auto / de auto's
witać
Lernen beginnen
begroeten
Powiedz do widzenia
Lernen beginnen
afscheid nemen
przepraszam?
Lernen beginnen
wablief?
okno
Lernen beginnen
raam
parapet
Lernen beginnen
vensterbank
nauczyciel / nauczycielka
Lernen beginnen
de leraar / de lerares
kosz na śmieci
Lernen beginnen
vuilnisbak
Pokój
Lernen beginnen
kamer
garnek
Lernen beginnen
pot
patelnia
Lernen beginnen
pan
wcześnie, wczesny
Lernen beginnen
vroeg
kiedy są twoje urodziny?
Lernen beginnen
wanneer verjaar jej?
wiosna
Lernen beginnen
de lente
lato
Lernen beginnen
de zomer
jesień
Lernen beginnen
herfst
zima
Lernen beginnen
de winter
Wszystkiego najlepszego!
Lernen beginnen
Gefeliciteerd!
Gratulacje!
Lernen beginnen
Proficiat!
Wszystkiego najlepszego z okazji urodzin!
Lernen beginnen
Gelukkige verjaarddag!
Na zdrowie (imię)!
Lernen beginnen
Op de gezondheid van (naam)!
Jeszcze wiele lat!
Lernen beginnen
Nog vele jaren!
Niech żyje (imię)!
Lernen beginnen
Leve (naam)!
Zdrowia!
Lernen beginnen
Gezondheid!
podpis
Lernen beginnen
handtekening
żonaty
Lernen beginnen
gehuwd
niezamężna
Lernen beginnen
ongehuwd
płeć
Lernen beginnen
geslacht
zawód
Lernen beginnen
beroep
wiek
Lernen beginnen
de leeftijd
łyżka
Lernen beginnen
lepel
przedmioty
Lernen beginnen
voorwerpen
szuflada
Lernen beginnen
lade
pościel
Lernen beginnen
lakens
kierowca
Lernen beginnen
chaffeur
wiek
Lernen beginnen
leeftijd
Charakterystyka
Lernen beginnen
karakteristiek
brzydki
Lernen beginnen
lelijk
zasmucony
Lernen beginnen
triestig
zły
Lernen beginnen
boos
szef
Lernen beginnen
baas
zmęczony
Lernen beginnen
moe
samotny (formularz)
Lernen beginnen
allenstaand
przekreślić
Lernen beginnen
schrappen
wdowa / wdowiec
Lernen beginnen
weduwe / weduwnaar
liczyć
Lernen beginnen
tellen
łatwy
Lernen beginnen
gemakkelijk
trudny
Lernen beginnen
moeilijk
poprzedni, zeszły
Lernen beginnen
vorige
samolot
Lernen beginnen
het vliegtuig
odjeżdżać
Lernen beginnen
vertrekken
około
Lernen beginnen
ongeveer
zapominam
Lernen beginnen
ik vergeet
płeć
Lernen beginnen
geslacht
o ktorej to się zaczyna
Lernen beginnen
hoe laat begint
Rejestruję się na kurs
Lernen beginnen
Ik schrijf me in cursus
rzeźnik
Lernen beginnen
slagerij
rzeźnik
Lernen beginnen
beenhouwerij
dostawa
Lernen beginnen
levering
spotkać się
Lernen beginnen
afspreken
Spotykam się
Lernen beginnen
Ik spreek af
Idziesz ze mną?
Lernen beginnen
Ga je mee?
Przy wejściu do kina
Lernen beginnen
Aan de ingang van de cinema
Ty budzisz się
Lernen beginnen
Jij wordt wakker
Zmywać naczynia
Lernen beginnen
Doen de afwas
jeździć
Lernen beginnen
rijden
Może innym razem
Lernen beginnen
Een andere keer misschien
Szkoda!
Lernen beginnen
Spijtig! / Jammer!
gratulacje z...
Lernen beginnen
proficiat met...
Dzięki za...
Lernen beginnen
Bedankt voor...
ślub
Lernen beginnen
huwelijk
odwiedzić
Lernen beginnen
bezoek
doktor rodzinny
Lernen beginnen
de huisarts
doktor
Lernen beginnen
de arts
godziny pracy/ przyjęć
Lernen beginnen
spreekuur
przeziębić się
Lernen beginnen
zijn verkouden
kaszleć
Lernen beginnen
hoesten
kichać
Lernen beginnen
niezen
mieć gorączkę
Lernen beginnen
koorts hebben
stopnie gorączki
Lernen beginnen
graden koorts
Co jest nie tak?
Lernen beginnen
Wat scheelt er?
szybkiego powrotu do zdrowia
Lernen beginnen
veel beterschap
badać
Lernen beginnen
onderzoeken
powiedz AAA
Lernen beginnen
zeg een AAA
Wystaw język.
Lernen beginnen
Steek je tong eens uit.
Kaszlnij raz.
Lernen beginnen
Hoest eens.
Weź głęboki wdech i wydech.
Lernen beginnen
Adem diep in en uit.
wdech
Lernen beginnen
inademen
wydychać
Lernen beginnen
uitademen
Zdejmij koszulę.
Lernen beginnen
Doe je hemd maar even uit.
grypa
Lernen beginnen
griep
zapalenie gardła
Lernen beginnen
keelontsteking

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.