lekcja 6

 0    31 Datenblatt    Nel
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Gdzie ja jestem?
Lernen beginnen
Waar ben ik?
Szukać drogi.
Lernen beginnen
De weg zoeken.
Znaleźć drogę.
Lernen beginnen
De weg vinden.
Przepraszam pana/panią
Lernen beginnen
Pardon meneer / mevrouw
Wie Pan gdzie jest muzeum?
Lernen beginnen
Weet u waar het museum is?
Gdzie jest dworzec?
Lernen beginnen
Waar is het station?
Szukam drogi.
Lernen beginnen
Ik zoek de weg.
Nie mogę znaleźć drogi.
Lernen beginnen
Ik kan de weg niet vinden.
Musi pani iść prosto, z powrotem
Lernen beginnen
U gaat rechtdoor, terug
Musi Pani iść w lewo
Lernen beginnen
U gaat links/linksaf
Musi Pan iść w prawo
Lernen beginnen
U gaat rechts/rechtsaf
To jest z prawej strony
Lernen beginnen
Het is aan de rechterkant
To jest z lewej strony
Lernen beginnen
Het is de linkerkant
Ależ co ty robisz?
Lernen beginnen
Maar wat doe je nou?
No dobrze.
Lernen beginnen
Vooruit maar.
Jesteś tego pewny?
Lernen beginnen
Weet je het dat zeker?
Jestes pewny,że...?
Lernen beginnen
Weet je zeker, dat...?
Tak, jestem tego pewien.
Lernen beginnen
Ja, ik weet het zeker.
Przykro mi, nie wiem.
Lernen beginnen
Het spijt me, ik weet het niet.
Nie wiem tego
Lernen beginnen
Dat weet ik niet
Nie myślisz, że...
Lernen beginnen
Denk je niet., dat...
Nie uważasz, że...
Lernen beginnen
Vind je niet, dat...
Co myślisz o...
Lernen beginnen
Wat vind je van...
Myślę,że...
Lernen beginnen
Ik denk. dat...
Myślę, ze tak.
Lernen beginnen
Denk ik wel.
Uważam, że...
Lernen beginnen
Ik vind dat...
Według mnie...
Lernen beginnen
Volgens mij...
Proszę (reakcja na dziękuje)
Lernen beginnen
Graag gedaan
Do usług
Lernen beginnen
Tot uw dienst.
wysiadamy teraz z tramwaju
Lernen beginnen
we stappen nu uit de tram
ktoś
Lernen beginnen
iemand

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.