Słówka

 0    115 Datenblatt    katarzynakolodziejska93
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Geslacht
Lernen beginnen
płeć
Buurman
Lernen beginnen
Sąsiad
Mevrouw
Lernen beginnen
Panna
vrij
Lernen beginnen
wolne
zo
Lernen beginnen
tak
donderdag
Lernen beginnen
Czwartek
morgen
Lernen beginnen
jutro
lekker
Lernen beginnen
ładny/dobry
het kopje
Lernen beginnen
filiżanka
eigenlijk
Lernen beginnen
faktycznie
vandaag
Lernen beginnen
dzisiaj
wat leuk
Lernen beginnen
jak miło
december
Lernen beginnen
Grudzień
de winter
Lernen beginnen
Zima
krijg (krijgen)
Lernen beginnen
wziąć/otrzymać
nog
Lernen beginnen
jeszcze
het bezoek
Lernen beginnen
wizyta
jonger (jong)
Lernen beginnen
młodszy (młody)
maar
Lernen beginnen
ale
wel
Lernen beginnen
dobrze
langer
Lernen beginnen
wyższy
nog meer
Lernen beginnen
jeszcze bardziej
broers (broer)
Lernen beginnen
bracia (brat)
zussen (zus)
Lernen beginnen
siostry (siostra)
de zus
Lernen beginnen
siostra
kijk
Lernen beginnen
spojrzeć
de foto
Lernen beginnen
zdjęcie
heel
Lernen beginnen
bardzo
ander
Lernen beginnen
inny
het type
Lernen beginnen
typ
kort
Lernen beginnen
krótki
het haar
Lernen beginnen
włosy
donker
Lernen beginnen
ciemny
de ouders
Lernen beginnen
rodzice
komen op bezoek (op bezoek komen)
Lernen beginnen
odwiedź (przyjdź)
op dit moment
Lernen beginnen
w tym momencie
doen
Lernen beginnen
zrobić
daar
Lernen beginnen
tam
op vakantie
Lernen beginnen
na wakacjach
de vader
Lernen beginnen
ojciec
voor
Lernen beginnen
dla
het werk
Lernen beginnen
praca
het seizoen
Lernen beginnen
sezon
wanneer?
Lernen beginnen
kiedy?
weet
Lernen beginnen
wiedzieć
niet
Lernen beginnen
nie
vertel
Lernen beginnen
powiedzieć
over
Lernen beginnen
o
de familie
Lernen beginnen
rodzina
dat
Lernen beginnen
to
wil (willen)
Lernen beginnen
chcieć (chcieć)
laat
Lernen beginnen
późno
uur
Lernen beginnen
godzina
moeten-h. gemoeten-moest/moesten
Lernen beginnen
must-h. must-have / must to
weer
Lernen beginnen
pogoda
naar
Lernen beginnen
do
onze
Lernen beginnen
nasz
Familierelaties
Lernen beginnen
Relacje rodzinne
het gezin
Lernen beginnen
rodzina
de moeder
Lernen beginnen
matka
de echtgenoot, de man
Lernen beginnen
mąż, mąż
de echtgenote, de vrouw
Lernen beginnen
żona, kobieta
het kind
Lernen beginnen
dziecko
de zoon, de zonen
Lernen beginnen
syn, synowie
de dochter - de dochters
Lernen beginnen
córka - córki
de broer
Lernen beginnen
brat
de opa
Lernen beginnen
Dziadunio
de oma
Lernen beginnen
babcia
de oom
Lernen beginnen
wujek
de tante
Lernen beginnen
ciotka
de neef
Lernen beginnen
kuzyn
de nicht (de nichten)
Lernen beginnen
siostrzenica / kuzynka
dezelfde
Lernen beginnen
podobnie
kleinkinderen
Lernen beginnen
wnuki
geeft les (lesgeven)
Lernen beginnen
uczy (nauczanie)
beginnen
Lernen beginnen
początek
kennismaken
Lernen beginnen
spotkanie/ poznać kogoś
luisteren
Lernen beginnen
słuchać
de bladzijde
Lernen beginnen
strona
even
Lernen beginnen
W tym momencie
de pauze
Lernen beginnen
przerwa
tot ziens
Lernen beginnen
do zobaczenia
tot straks
Lernen beginnen
na razie
straks
Lernen beginnen
wkrótce
łza
Lernen beginnen
scheur
łodyga
Lernen beginnen
stengel
dziwne
Lernen beginnen
vreemd
marchew
Lernen beginnen
wortelen
koń
Lernen beginnen
paard
łódź
Lernen beginnen
boot
łyżka
Lernen beginnen
lepel
późno
Lernen beginnen
laat
gardło
Lernen beginnen
keel
goracy
Lernen beginnen
heet
kogut
Lernen beginnen
haan
butelka
Lernen beginnen
fles
smok
Lernen beginnen
draak
lepiej
Lernen beginnen
beter
broda (zarost)
Lernen beginnen
baard (baard)
woda
Lernen beginnen
water
nauczyciel, nauczycielka
Lernen beginnen
leraar, leraar
łatwy
Lernen beginnen
gemakkelijk
niebieski
Lernen beginnen
blauw
kuchnia
Lernen beginnen
keuken
cebula
Lernen beginnen
ui
most
Lernen beginnen
brug
głowa
Lernen beginnen
kop
oko
Lernen beginnen
oog
piwo
Lernen beginnen
bier
szczęśliwy
Lernen beginnen
blij
kościół
Lernen beginnen
kerk
morze
Lernen beginnen
zee
torba
Lernen beginnen
tas
mieszkać
Lernen beginnen
wonen
Ik woon | je/jij, u woont | hij, ze/zij, het woont | we/wij, jullie, ze/zij wonen
wino
Lernen beginnen
wijn

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.