→ Thema 4 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
uwaga na marginesie Lernen beginnen		de kanttekening
spostrzeżenie Lernen beginnen		de opmerking
krytyka Lernen beginnen		de kritiek
zalecenie Lernen beginnen		de aanbeveling
poprawić Lernen beginnen		verbeteren
Mam kilka zaleceń dla Ciebie na poprawę twojego holenderskiego. Lernen beginnen		Ik heb enkele aanbevelingen voor je om je Nederlands te verbeteren.
media Lernen beginnen		de media
tak jak Lernen beginnen		zoals
do śledzenia wiadomości Lernen beginnen		om het nieuws te volgen
konserwatywny Lernen beginnen		conservatief
konserwatywny Lernen beginnen		behoudend
zmiana Lernen beginnen		de verandering
obszar; zakres Lernen beginnen		het gebied
śledzić wiadomości Lernen beginnen		volgen het nieuws
sprawdzać (w słowniku, encyklopedii) Lernen beginnen		raadplegen
śledzić (coś) na bieżąco Lernen beginnen		op de hoogte van (iets) blijven
temat rozmowy Lernen beginnen		de gespreksstof
wybory Lernen beginnen		de verkiezingen
przydatność Lernen beginnen		de bruikbaarheid
kariera Lernen beginnen		de loopbaan
sprzątnąć Lernen beginnen		opruimen
łobuzy Lernen beginnen		de hangjongeren
powodować problemy Lernen beginnen		zorgen voor problemen
rozróżnić Lernen beginnen		onderscheiden
rodzaj; gatunek Lernen beginnen		het genre
ten/ta która/który (ci którzy) Lernen beginnen		degene(n) die
rozumowanie Lernen beginnen		de gedachtegang
tok myśli Lernen beginnen		de redenering
uwaga Lernen beginnen		de aandacht
zwracać uwagę na coś/kogoś Lernen beginnen		aandacht aan iets/iemand schenken
tajny Lernen beginnen		geheim
dostarczyć Lernen beginnen		leveren
zrozumiały; jasny Lernen beginnen		duidelijk
pewny Lernen beginnen		bepaald
zgłosić się Lernen beginnen		zich aanmelden
odrzucić Lernen beginnen		afwijzen
renowacja Lernen beginnen		de vernieuwing
umieścić Lernen beginnen		plaatsen
naprzykrzanie się Lernen beginnen		de overlast
znakomity Lernen beginnen		uitstekend
dodać; dołączyć Lernen beginnen		toevoegen
więcej zdjęć Lernen beginnen		meer plaatjes
nauka; oświata Lernen beginnen		het onderwijs
Co uważasz o tym rozumowaniu? Lernen beginnen		Wat vind jij van die gedachtegang?
znaczenie Lernen beginnen		het belang
zaangażowanie Lernen beginnen		de betrokkenheid
rozpoznać Lernen beginnen		herkennen
z okazji Lernen beginnen		naar aanleiding van
wynik; rezultat Lernen beginnen		de uitkomst
dziennikarstwo Lernen beginnen		de journalistiek
szczególnie Lernen beginnen		vooral
okazać Lernen beginnen		blijken
źródło Lernen beginnen		de bron
przekazać Lernen beginnen		opleveren
zapytanych Lernen beginnen		ondervraagd
podejście Lernen beginnen		de benadering
oprócz tego Lernen beginnen		daarnaast
głównie Lernen beginnen		voornamelijk
dosięgnąć Lernen beginnen		bereiken
niewiedza Lernen beginnen		de onwetendheid
zastanawiać się Lernen beginnen		nadenken
skierować Lernen beginnen		richten
odprężyć Lernen beginnen		ontspannen
zarazem Lernen beginnen		tevens
zmienić się Lernen beginnen		veranderen
oznaczać Lernen beginnen		betekenen
kreatywny Lernen beginnen		Creatief
podział Lernen beginnen		de indeling
rzucający się w oczy Lernen beginnen		opvallend
temat Lernen beginnen		het onderwerp
obraz Lernen beginnen		het beeld
nastąpić Lernen beginnen		opvolgen
wierzyć Lernen beginnen		geloven
przekonać Lernen beginnen		overtuigen
bawić Lernen beginnen		amuseren
otrzymać Lernen beginnen		ontvangen
potrzeba Lernen beginnen		de behoefte
szerzyć Lernen beginnen		verspreiden
Niniejszym informuję Cię/was, że Lernen beginnen		Hierbij deel ik u mee dat
z początkiem następnego miesiąca Lernen beginnen		met ingang van volgende maand
wypowiedzieć Lernen beginnen		opzeggen
naprzeciw Lernen beginnen		tegemoet
potwierdzenie Lernen beginnen		de bevestiging
wypowiedzenie Lernen beginnen		de opzegging
decyzja Lernen beginnen		de beslissing
potrzebować Lernen beginnen		hebben nodig
nastawić się Lernen beginnen		richten zich
skrzynka pocztowa Lernen beginnen		de brievenbus
terrorystyczny Lernen beginnen		terroristisch
zamach Lernen beginnen		de aanslag
zebranie Lernen beginnen		de vergadering
odpytać; wypytać Lernen beginnen		afvragen
zastanawiam się Lernen beginnen		ik vraag me af
oszczędzać Lernen beginnen		sparen
wiadomość Lernen beginnen		de boodschap
przekazać Lernen beginnen		doorgeven
obecny Lernen beginnen		aanwezig
połączyć Lernen beginnen		verbinden
przełączyć Lernen beginnen		doorverbinden
zebranie Lernen beginnen		de vergadering
przyjąć Lernen beginnen		aannemen
oczywisty; oczywiście Lernen beginnen		blijkbaar
powiesić Lernen beginnen		ophangen
odejść Lernen beginnen		weggaan
do późnej nocy Lernen beginnen		tot diep in de nacht
właśnie; akurat Lernen beginnen		net
wreszcie Lernen beginnen		eindelijk
rząd Lernen beginnen		de regering
urzędnik Lernen beginnen		de ambtenaar
prawdopodobny Lernen beginnen		waarschijnlijk
dopóki Lernen beginnen		zolang
zatrudnienie Lernen beginnen		de aanstelling
Przepraszam (oficjalnie). Lernen beginnen		Ik bied mijn excuses aan.
spotkać Lernen beginnen		tegenkomen
przyjąć; podjąć Lernen beginnen		opnemen
ogólnie; ogólny Lernen beginnen		algemeen
prowadzić kącik z kawą Lernen beginnen		koffiehoek bijhouden
zawiadomienie o chorobie Lernen beginnen		de ziekmelding
zastępstwo Lernen beginnen		de vervanging
regulować Lernen beginnen		regelen
uprzedzić Lernen beginnen		voorkomen
przejąć Lernen beginnen		overnemen
udać się Lernen beginnen		lukken
położyć Lernen beginnen		neerleggen
wypakować Lernen beginnen		uitpakken
w dobrym humorze; wesoły Lernen beginnen		opgeruimd
przykleić naklejkę Lernen beginnen		stickeren
zamienić Lernen beginnen		omruilen
komiks Lernen beginnen		het stripboek
młodzież; młodość Lernen beginnen		de jeugd
zawartość Lernen beginnen		de inhoud
dźwięk Lernen beginnen		het geluid
materiał Lernen beginnen		de stof
książka z obrazkami Lernen beginnen		het prentenboek
pisarz Lernen beginnen		de schrijver
zaległość Lernen beginnen		de achterstand
rząd Lernen beginnen		de rij
wychowawca Lernen beginnen		de opvoeder
przeszkoda Lernen beginnen		de handicap
powieść Lernen beginnen		de roman
powieść kryminalna Lernen beginnen		de detectiveroman
dreszcz Lernen beginnen		de griezel
opowiadania Lernen beginnen		het verhaal
wojna Lernen beginnen		de oorlog
opór Lernen beginnen		het verzet
psychologiczny Lernen beginnen		psychologisch
napięcie Lernen beginnen		de spanning
bajka Lernen beginnen		het sprookje
duchowy Lernen beginnen		geestelijk
ciało Lernen beginnen		het lichaam
wygląd Lernen beginnen		het uiterlijk
wychowanie Lernen beginnen		de opvoeding
społeczeństwo Lernen beginnen		de maatschappij
komunikacja Lernen beginnen		de communicatie
wiedza Lernen beginnen		de wetenschap
transport Lernen beginnen		het vervoer
ruch drogowy Lernen beginnen		het verkeer
naród Lernen beginnen		het volk
historia Lernen beginnen		de geschiedenis
sztuki plastyczne Lernen beginnen		de beeldende kunst
wiersz (poezja) Lernen beginnen		het gedicht
przejrzeć Lernen beginnen		nakijken
obecny Lernen beginnen		aanwezig
na podstawie Lernen beginnen		aan de hand van / op basis van
błądzić Lernen beginnen		afdwalen
kierunek Lernen beginnen		de richting
przyłapać Lernen beginnen		betrappen
zło; szkoda Lernen beginnen		het kwaad
niewłaściwy Lernen beginnen		verkeerd
być zaangażowanym w Lernen beginnen		betrokken zijn bij
kara pieniężna Lernen beginnen		de boete
kara Lernen beginnen		de straf
mandat Lernen beginnen		de bekeuring
papierowy mandat Lernen beginnen		de bon
cela Lernen beginnen		de cel
więzienie Lernen beginnen		de gevangenis
kara więzienia Lernen beginnen		de gevangenisstraf
morderstwo Lernen beginnen		de moord
zabić Lernen beginnen		moorden
ale Lernen beginnen		echter
decyzja Lernen beginnen		de beslissing
zobrazować Lernen beginnen		in kaart brengen
środek zaradczy Lernen beginnen		de maatregel
regulacja Lernen beginnen		de regeling
organizować Lernen beginnen		organiseren
zdarzyć się Lernen beginnen		gebeuren
mianowicie Lernen beginnen		namelijk
objaśnienie Lernen beginnen		de uitleg
bieg (w samochodzie) Lernen beginnen		de versnelling
zmienić bieg w aucie Lernen beginnen		schakelen
kierownica Lernen beginnen		het stuur
czym Lernen beginnen		waarmee
kierunek Lernen beginnen		de richting
jednocześnie Lernen beginnen		tegelijk
równocześnie Lernen beginnen		gelijktijdig
słusznie Lernen beginnen		terecht
prawo; ustawa Lernen beginnen		de wet
dyskryminować Lernen beginnen		discrimineren
równy Lernen beginnen		gelijk
więzień Lernen beginnen		de gevangene
przycisk Lernen beginnen		het knopje
przyjęcie nowego pracownika Lernen beginnen		aanname van nieuwe medewerker
przebudowa Lernen beginnen		de verbouwing
w związku z Lernen beginnen		in verband met
wypowiedzieć Lernen beginnen		uitbrengen
kierowca Lernen beginnen		de bestuurder
niebezpiecznie; ryzykowny Lernen beginnen		gevaarlijk
zaraz Lernen beginnen		straks
uchwała Lernen beginnen		het besluit
podczas Lernen beginnen		terwijl
chociaż Lernen beginnen		hoewel
jak tylko Lernen beginnen		zodra
zanim Lernen beginnen		voordat
gdy; kiedy Lernen beginnen		nadat
dopóki nie Lernen beginnen		totdat
tak że Lernen beginnen		zodat
kiedy (w przeszłości) Lernen beginnen		toen
warunek Lernen beginnen		de voorwaarde
przeciwieństwo Lernen beginnen		de tegenstelling
wynik; rezultat Lernen beginnen		het gevolg
porównanie Lernen beginnen		de vergelijking
otrzymać Lernen beginnen		ontvangen
listonosz Lernen beginnen		de postbode
wykreślić Lernen beginnen		schrappen
oszczędzić Lernen beginnen		bezuinigen
zwolnić Lernen beginnen		ontslaan
dzielnica Lernen beginnen		de wijk
potrzeba Lernen beginnen		de behoefte
uznanie Lernen beginnen		de waardering
według Lernen beginnen		volgens
zastąpić Lernen beginnen		vervangen
związek zawodowy Lernen beginnen		de vakbond
strajk Lernen beginnen		de staking
wstyd Lernen beginnen		de schande
docenić Lernen beginnen		waarderen
samotny Lernen beginnen		alleenstaand
zrezygnować Lernen beginnen		opgeven
rząd (polityka) Lernen beginnen		de regering
oszczędzenie Lernen beginnen		de bezuiniging
podczas Lernen beginnen		terwijl
wyliczenie Lernen beginnen		de opsomming
wybór Lernen beginnen		de keuze
warunek Lernen beginnen		de voorwaarde
argument Lernen beginnen		het argument
ustalenie czasu Lernen beginnen		de tijdsbepaling
odpowiedzialny Lernen beginnen		aansprakelijk
udowodnić Lernen beginnen		bewijzen
zdawać sobie sprawę Lernen beginnen		in de gaten hebben
niebezpieczne dla życia Lernen beginnen		levensgevaarlijk
brać pod uwagę, uwzględniać Lernen beginnen		rekening houden met
ekran Lernen beginnen		het scherm
ofiara Lernen beginnen		het slachtoffer
potrząsnąć Lernen beginnen		trillen
wyśmiać Lernen beginnen		uitlachen
poważny Lernen beginnen		ernstig
strach przed lataniem Lernen beginnen		de vliegangst
siebie samego Lernen beginnen		zichzelf
nerwowy Lernen beginnen		zenuwachtig
droga z pierwszeństwem przejazdu Lernen beginnen		de voorrangsweg
uważać Lernen beginnen		letten
stracić życie; zginąć Lernen beginnen		omkomen
droga hamowania Lernen beginnen		de remweg
hamować Lernen beginnen		remmen
śmieszny Lernen beginnen		belachelijk
surowy Lernen beginnen		streng
wina Lernen beginnen		de schuld
utrzymywać Lernen beginnen		handhaven
ostrożny; ostrożnie Lernen beginnen		voorzichtig
przestraszyć się Lernen beginnen		schrikken
als niet Lernen beginnen		tenzij
sprawozdawca Lernen beginnen		de verslaggever
raport Lernen beginnen		het verslag
zdarzyć się Lernen beginnen		overkomen
Strasznie się przestraszyłam. Lernen beginnen		Ik ben me de pleuris geschrokken.
Co mi się ponownie zdarzyło. Lernen beginnen		Wat mij nou weer eens is overkomen.
obecny Lernen beginnen		tegenwoordig
w tamtą stronę Lernen beginnen		heen
hamulec bezpieczeństwa Lernen beginnen		de noodrem
obok Lernen beginnen		voorbij
dzielnica mieszkalna Lernen beginnen		het woonerf
śmiertelny Lernen beginnen		dodelijk
przewidywać Lernen beginnen		anticiperen
zatrzymać się Lernen beginnen		stilstaan
szkoda Lernen beginnen		het kwaad
zdarzyć się Lernen beginnen		geschieden
nadjechać Lernen beginnen		aanrijden
wrażenie Lernen beginnen		de indruk
widocznie Lernen beginnen		blijkbaar
zupełnie Lernen beginnen		helemaal
nonsens Lernen beginnen		de onzin
rzucać się w oczy Lernen beginnen		opvallen
niedawno Lernen beginnen		onlangs
działanie Lernen beginnen		het feit
prewencyjny Lernen beginnen		preventief
konkurencja Lernen beginnen		de concurrentie
namysł Lernen beginnen		het overleg
przynieść Lernen beginnen		opleveren
stopniowy Lernen beginnen		geleidelijk
wszędzie Lernen beginnen		overal
oferować Lernen beginnen		aanbieden
roznieść Lernen beginnen		rondbrengen
mylić się Lernen beginnen		vergissen zich
samotny Lernen beginnen		eenzaam
rozradowany Lernen beginnen		dolblij
dotyczyć Lernen beginnen		betreffen
utrzymać Lernen beginnen		behouden
każdy dzień roboczy Lernen beginnen		elke doordeweekse dag
dźwięk Lernen beginnen		het geluid
głośny Lernen beginnen		luid
wyjaśnienie Lernen beginnen		de uitlegging
przedsiębiorstwo Lernen beginnen		het bedrijf
prowadzić Lernen beginnen		voeren
w jaki sposób? Lernen beginnen		op welke manieren?
w sumie Lernen beginnen		allemaal
Jestem uzależniona od... Lernen beginnen		Ik ben verslaafd aan...
wiadomość Lernen beginnen		het bericht
niedawno Lernen beginnen		laatst
On powiedział mi, że... Lernen beginnen		Hij zei tegen me dat...
potajemnie; ukradkowy Lernen beginnen		stiekem
prawy kciuk Lernen beginnen		de rechterduim
irytować Lernen beginnen		verdrieten
przypadkowy; przypadkowo Lernen beginnen		toevallig
rzadko Lernen beginnen		zelden
tym; o tyle Lernen beginnen		des te
zupełnie o niczym Lernen beginnen		over helemaal niks
treść Lernen beginnen		de inhoud
sięgać Lernen beginnen		reiken
Treść moich rozmów nie sięga dalej niż... Lernen beginnen		De inhoud van mijn gesprekken reikt niet verder dan...
mimo Lernen beginnen		ondanks
ogromnie Lernen beginnen		enorm
podstawowa potrzeba Lernen beginnen		de basisbehoefte
komunikować Lernen beginnen		communiceren
tak jak Lernen beginnen		zoals
wyznanie miłości Lernen beginnen		de liefdesverklaring
matematyka Lernen beginnen		de wiskunde
nienawiść Lernen beginnen		de haat
nauczyciel Lernen beginnen		de juf
dotrzeć Lernen beginnen		terechtkomen
tak samo jak Lernen beginnen		evenals
uważać Lernen beginnen		opletten
czy gorzej Lernen beginnen		of erger
przekartkować Lernen beginnen		doorbladeren
budować Lernen beginnen		bouwen
rzucić Lernen beginnen		gooien
rosnąć Lernen beginnen		groeien
płakać Lernen beginnen		huilen
ostrzegać Lernen beginnen		waarschuwen
dziękować Lernen beginnen		bedanken
decydować Lernen beginnen		beslissen
krzyczeć Lernen beginnen		gillen
liczyć Lernen beginnen		tellen
odważyć się Lernen beginnen		durven
zgubić; przegrać Lernen beginnen		verliezen
wskazać Lernen beginnen		wijzen
przeszkodzić Lernen beginnen		storen
bić; uderzyć Lernen beginnen		slaan
pocić się Lernen beginnen		zweten
zakończyć Lernen beginnen		besluiten
kaszleć Lernen beginnen		hoesten
strzelić Lernen beginnen		schieten
krwawić Lernen beginnen		bloeden
palić Lernen beginnen		branden
cierpieć Lernen beginnen		lijden
zamknąć Lernen beginnen		dichtdoen
oczekiwać Lernen beginnen		verwachten
odczekać Lernen beginnen		afwachten
przynieść Lernen beginnen		meebrengen
zatrzymać Lernen beginnen		ophouden
mocno trzymać; trzymać się mocno Lernen beginnen		vasthouden
wyrzucić Lernen beginnen		weggooien
wyszukać Lernen beginnen		uitzoeken
zakończyć Lernen beginnen		afmaken
dług Lernen beginnen		de schuld
spłacić Lernen beginnen		afbetalen
pójść po coś Lernen beginnen		afhalen
na wynos Lernen beginnen		afhalen
wymyślać (komuś) Lernen beginnen		schelden
poduczyć się Lernen beginnen		bijleren
ubrać Lernen beginnen		aankleden
odwiązać Lernen beginnen		losmaken
podnieść; przyjąć; zmierzyć; podjąć Lernen beginnen		opnemen
występować Lernen beginnen		optreden
przyznać Lernen beginnen		toegeven
wypożyczyć Lernen beginnen		uitlenen
włączyć Lernen beginnen		aanzetten
przyciągnąć; ubrać Lernen beginnen		aantrekken
założyć; zacząć Lernen beginnen		instellen
położyć; złożyć Lernen beginnen		neerleggen
dzwonić Lernen beginnen		opbellen
rozwiązać Lernen beginnen		oplossen
odroczyć Lernen beginnen		uitstellen
zatrzymać Lernen beginnen		stopzetten
odejść; oddalić się Lernen beginnen		weggaan
zostać w tyle Lernen beginnen		achterblijven
przewrócić; odwrócić; narzucić; Lernen beginnen		omslaan
wstać Lernen beginnen		opstaan
wskazać Lernen beginnen		aanwijzen
spieszyć się Lernen beginnen		haasten zich
przypomnieć się Lernen beginnen		herinneren zich
zgłosić się Lernen beginnen		melden zich
cieszyć się z Lernen beginnen		verheugen zich op
martwić się Lernen beginnen		zorgen zich maken
wstydzić się Lernen beginnen		schamen zich
golić się Lernen beginnen		scheren zich
zdziwić się Lernen beginnen		verbazen zich
mylić się Lernen beginnen		vergissen zich
nudzić się Lernen beginnen		vervelen zich
ubrać się Lernen beginnen		aankleden zich
przedstawić się Lernen beginnen		voorstellen zich
odwrócić się Lernen beginnen		omdraaien zich
wysilić się Lernen beginnen		inspannen zich
rozebrać się Lernen beginnen		uitkleden zich
dostosować się Lernen beginnen		aanpassen zich
być zajęty z... Lernen beginnen		houden zich bezig met...
gniewać się na... Lernen beginnen		ergeren zich aan
można pęknąć ze śmiechu Lernen beginnen		het is om te gillen
nie trzeba Lernen beginnen		dat hoeft niet
Nie musisz przychodzić. Lernen beginnen		Je hoeft niet te komen.
sznurowadło Lernen beginnen		de schoenveter
przekazać Lernen beginnen		doorgeven
porównać Lernen beginnen		vergelijken
bawić Lernen beginnen		amuseren
czytelnik Lernen beginnen		de lezer
przekonać Lernen beginnen		overtuigen
odprężyć Lernen beginnen		ontspannen
korzyść Lernen beginnen		het voordeel
hasło Lernen beginnen		het kernwoord
niepotrzebny Lernen beginnen		overbodig
włamywacz Lernen beginnen		de inbreker
nielegalny Lernen beginnen		illegaal
wejść Lernen beginnen		ingaan
bezpośrednio Lernen beginnen		onmiddellijk
uzbroić się Lernen beginnen		bewapenen zich
broń Lernen beginnen		het wapen
przerażający Lernen beginnen		angstaanjagend
nieuprzejmy Lernen beginnen		onbeleefd
grubiański Lernen beginnen		grof
wulgarne słownictwo Lernen beginnen		grof taalgebruik
docenić Lernen beginnen		waarderen
obecność Lernen beginnen		de aanwezigheid
docenić Lernen beginnen		stellen op prijs
niewinny Lernen beginnen		onschuldig
nieszkodliwy Lernen beginnen		ongevaarlijk
To jest niewinny żarcik. Lernen beginnen		Dit is een onschuldig grapje.
natychmiast Lernen beginnen		meteen
spojrzenie; rzut oka Lernen beginnen		de oogopslag
obecny Lernen beginnen		aanwezig
coś zobaczyć na pierwszy rzut oka Lernen beginnen		iets zien in één oogopslag
odbicie Lernen beginnen		het beeld
dawać zniekształcony obraz Lernen beginnen		geven een vertekend beeld
rzeczywistość Lernen beginnen		de werkelijkheid
przestępczość Lernen beginnen		de criminaliteit
zmusić Lernen beginnen		dwingen
zaatakować (na tle seksualnym) Lernen beginnen		aanranden
atak (seksualny) Lernen beginnen		de aanranding
rozległy Lernen beginnen		uitgebreid
szczegółowy Lernen beginnen		uitvoerig
opis Lernen beginnen		de beschrijving
strefa tropikalna Lernen beginnen		de tropen
bardzo Lernen beginnen		zeer
w wysokim stopniu Lernen beginnen		in hoge maat
wiarygodny Lernen beginnen		betrouwbaar
wzrosnąć; zwiększać Lernen beginnen		toenemen
radzić Lernen beginnen		raden
z powodu Lernen beginnen		vanwege
przepowiednia Lernen beginnen		de voorspelling
wybór; wyborczy Lernen beginnen		de verkiezing
cenzura filmowa Lernen beginnen		de filmkeuring
szkodliwy Lernen beginnen		schadelijk
tymczasowo Lernen beginnen		voorlopig
zamieszanie Lernen beginnen		de verwarring
zrozumiałość Lernen beginnen		de duidelijkheid
przemoc Lernen beginnen		het geweld
osądzić; ocenić Lernen beginnen		beoordelen
środek pomocniczy Lernen beginnen		het hulpmiddel
tego rodzaju Lernen beginnen		dergelijk
pewny; dokładny Lernen beginnen		bepaald
oprócz Lernen beginnen		behalve
w którym Lernen beginnen		waarin
opowiadać Lernen beginnen		verhalen
wspaniały Lernen beginnen		prachtig
kochany Lernen beginnen		lief
pocałunek Lernen beginnen		de zoen
strach; lęk Lernen beginnen		de vrees
wiara Lernen beginnen		het geloof
ziemia Lernen beginnen		de aarde
prawdopodobny Lernen beginnen		waarschijnlijk
Uważałam ten film za piękny, z małą uwagą na marginesie że był za długi. Lernen beginnen		Ik vond het een mooie film, met de kanttekening dat hij wel iets te lang was.
Do śledzenia wiadomości, młodzi ludzie używają różnych mediów. Lernen beginnen		Om het nieuws te volgen, gebruiken jongeren verschillende media.
Ja czytam każdego dnia gazetę, żeby pozostać na bieżąco z wiadomościami. Lernen beginnen		Ik lees elke dag de krant om op de hoogte te blijven van het nieuws.
Nowe wybory dały wystarczająco tematów rozmów. Lernen beginnen		De nieuwe verkiezingen geven genoeg gespreksstof.
W świecie filmowym rozróżniamy różne rodziaje filmów. Lernen beginnen		In de filmwereld onderscheiden we verschillende filmgenres.
Osoby, które chcą uczestniczyć w kursie, muszą zapisać się na czas. Lernen beginnen		Degenen die een cursus willen volgen, moeten zich op tijd inschrijven.
Nauczyciej musi poświęcać wiele uwagi swoim studentom. Lernen beginnen		De docenten moet veel aandacht schenken aan zijn cursisten.

Thema 4

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr