→ Verbs → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
to have Lernen beginnen		hebben
i have Lernen beginnen		ik heb
you have Lernen beginnen		je hebt
he has Lernen beginnen		hij heeft
she has Lernen beginnen		ze heeft
it has Lernen beginnen		het heeft
we have Lernen beginnen		we hebben
they have Lernen beginnen		zij hebben
you (plural) have Lernen beginnen		jullie hebben
i am Lernen beginnen		ik ben
you are Lernen beginnen		je bent
he is Lernen beginnen		hij is
she is Lernen beginnen		zij is
it is Lernen beginnen		het is
we are Lernen beginnen		we zijn
they are Lernen beginnen		ze zijn
you are Lernen beginnen		jullie zijn
to see Lernen beginnen		zien
i see Lernen beginnen		ik zie
you see Lernen beginnen		je ziet
he sees Lernen beginnen		hij ziet
she sees Lernen beginnen		ze ziet
it sees Lernen beginnen		het ziet
we see Lernen beginnen		we zien
they see Lernen beginnen		ze zien
you see Lernen beginnen		jullie zien
to stand Lernen beginnen		staan
I stand Lernen beginnen		Ik Sta
you stand Lernen beginnen		je stat
he stands Lernen beginnen		hij stat
she stands Lernen beginnen		ze stat
we stand Lernen beginnen		we staan
they stand Lernen beginnen		we staan
you (plural) stand Lernen beginnen		jullie staan
to sit Lernen beginnen		zitten
I sit Lernen beginnen		Ik zit
he sits Lernen beginnen		hij zit
you sit Lernen beginnen		je zit
she sits Lernen beginnen		ze zit
we sit Lernen beginnen		we zitten
they sit Lernen beginnen		ze zitten
you (plural) sit Lernen beginnen		jullie zitten
to do Lernen beginnen		Te doen
i do Lernen beginnen		Ik doe
you do Lernen beginnen		je doet
he does Lernen beginnen		hij doet
she does Lernen beginnen		ze doet
we do Lernen beginnen		we doen
they do Lernen beginnen		ze doen
you (plural) do Lernen beginnen		jullie doen
you do Lernen beginnen		je doet
To lie Lernen beginnen		te liggen
i lie down Lernen beginnen		ik lig
you lie Lernen beginnen		je liegt
he lies Lernen beginnen		hij liegt
she lies Lernen beginnen		ze liegt
we lie Lernen beginnen		we liggen
they lie Lernen beginnen		ze liggen
they lie Lernen beginnen		ze liggen
you (plural) lie Lernen beginnen		jullie liggen
want Lernen beginnen		willen
i want Lernen beginnen		ik wil
you want Lernen beginnen		je wilt
i want Lernen beginnen		ik wil
you want Lernen beginnen		je wilt
he wants Lernen beginnen		hij wil
she wants Lernen beginnen		ze wil
we want Lernen beginnen		ve willen
they want Lernen beginnen		ze willen
you (plural) want Lernen beginnen		jullie willen
to have to Lernen beginnen		moeten
i have to Lernen beginnen		ik moet
you have to Lernen beginnen		je moet
he has to Lernen beginnen		hij moet
she has to Lernen beginnen		ze moet
it has to Lernen beginnen		het moet
we have to Lernen beginnen		we moeten
they have to Lernen beginnen		zij moeten
you (plural) have to Lernen beginnen		jullie moet
should Lernen beginnen		zouden moeten
i should Lernen beginnen		Ik zou
you should Lernen beginnen		je zou moeten
he should Lernen beginnen		hij zou moeten
she should Lernen beginnen		ze zou moeten
it should Lernen beginnen		Het zou moeten
we should Lernen beginnen		we zouden moeten
they should Lernen beginnen		ze zouden moeten
you (plural) should Lernen beginnen		jullie zouden moeten
to go Lernen beginnen		te gaan
i go Lernen beginnen		ik ga
you go Lernen beginnen		je gaat
he goes Lernen beginnen		hij gaat
she goes Lernen beginnen		ze gaat
she goes Lernen beginnen		ze gaat
we go Lernen beginnen		we gaan
they go Lernen beginnen		zij gaan
you (plural) go Lernen beginnen		jullien gaan
it goes Lernen beginnen		het gaat
to come Lernen beginnen		komen
i come Lernen beginnen		ik kom
you come Lernen beginnen		je komt
he comes Lernen beginnen		hij komt
she comes Lernen beginnen		zij komt
we come Lernen beginnen		we komen
they come Lernen beginnen		ze komen
you (plural) come Lernen beginnen		jullie komen
can Lernen beginnen		kan
i can Lernen beginnen		ik kan
you can Lernen beginnen		je kan
he can Lernen beginnen		hij kan
she can Lernen beginnen		ze kan
we can Lernen beginnen		we kunnen
they can Lernen beginnen		ze kunnen
you (plural) can Lernen beginnen		jullie kunnen
To need Lernen beginnen		Nodig hebben
i need Lernen beginnen		ik heb nodig
i need a bike Lernen beginnen		ik heb een fiets nodig
you need Lernen beginnen		jij hebt nodig
you need a shower Lernen beginnen		je hebt een douche nodig
he needs Lernen beginnen		hij heeft nodig
she needs Lernen beginnen		zij heeft nodig
we need Lernen beginnen		wij hebben nodig
they need Lernen beginnen		Zij hebben nodig
you (plural) need Lernen beginnen		jullie hebben nodig
to make Lernen beginnen		maken
i make Lernen beginnen		ik maak
you make Lernen beginnen		jij maakt
he makes Lernen beginnen		hij maakt
she makes Lernen beginnen		ze maakt
we make Lernen beginnen		we maken
they make Lernen beginnen		ze maken
you (plural) make Lernen beginnen		jullie maken

verbs

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr