das Wörterbuch Polnisch Minus niederländisch

język polski - Nederlands, Vlaams

prawnik Holländisch:

1. jurist jurist


De jurist verwachtte dat Ben kwam.

2. advocaat advocaat


De advocaat verwachtte Ben.
De advocaat was westers en niet bekend met hun culturen.
Ik heb een kozijn die advocaat is.
Om een goede advocaat in de arm te nemen? vroeg Al-Sayib.
Zijn zoon wil advocaat worden.

Holländisch Wort "prawnik"(advocaat) tritt in Sätzen auf:

Rozmowa o pracę

3. rechter rechter


De rechter legde hem een jaar gevangenisstraf op.
Deze rechter is niet omkoopbaar.

4. de advocaat de advocaat



Holländisch Wort "prawnik"(de advocaat) tritt in Sätzen auf:

Usłyszane 80

5. de jurist de jurist



Holländisch Wort "prawnik"(de jurist) tritt in Sätzen auf:

Kolokwium - hoofdstukken 5 en 6