1. aankoop
Ik kon mij de aankoop van een nieuwe auto niet veroorloven.
Ze sparen hun geld voor de aankoop van een huis.
Holländisch Wort "zakup"(aankoop) tritt in Sätzen auf:
Taaltalent 42. aanschaffen
Men kan zich een woordenboek aanschaffen van Esperanto naar en uit enorm veel nationale talen.