H1 Vorstellen

 0    97 Datenblatt    kamilsaklaski
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
przyznać się, wyznać
Lernen beginnen
bekennen
osiągać, sięgać
Lernen beginnen
bereiken
uszczęśliwiać, podobać się
Lernen beginnen
bevallen
zapamiętać
Lernen beginnen
onthouden
rozwijać
Lernen beginnen
ontwikkelen
zauważać
Lernen beginnen
opmerken
osiągać
Lernen beginnen
presteren
współpracować
Lernen beginnen
samenwerken
wspierać
Lernen beginnen
steunen
zawieść
Lernen beginnen
tegenvallen
rozczarowywać
Lernen beginnen
teleurstellen
Zmieszany
Lernen beginnen
verwarren
Uwaga
Lernen beginnen
aandacht
zainteresowanie
Lernen beginnen
belangstelling
użytkownik
Lernen beginnen
de gebruiker
szansa
Lernen beginnen
de kans
zajęcia
Lernen beginnen
werkzaamheden
cierpliwość
Lernen beginnen
het geduld
szczęście
Lernen beginnen
het geluk
Nastrój
Lernen beginnen
het humeur
wynik
Lernen beginnen
het resultaat
zawierać
Lernen beginnen
bevatten
wymagać
Lernen beginnen
vereisen
zapewniać
Lernen beginnen
verzekeren
wdzięczny
Lernen beginnen
dankbaar
wpływ
Lernen beginnen
de invloed
życzliwy, najlepszy
Lernen beginnen
hartelijk
świadomy
Lernen beginnen
bewust
zazdrosny
Lernen beginnen
jaloers
niemożliwy
Lernen beginnen
onmogelijk
wypalony zawodowo
Lernen beginnen
overspannen
zadowolony
Lernen beginnen
tevreden
wesoły
Lernen beginnen
vrolijk
racjonalny, rozumny
Lernen beginnen
redelijk
zaniepokojony
Lernen beginnen
bezorgd
leniwy
Lernen beginnen
lui
cichy
Lernen beginnen
stil
uprzejmy
Lernen beginnen
beleefd
niegrzeczny
Lernen beginnen
onbeleefd
pewny siebie
Lernen beginnen
zelfverzekerd
nieśmiały
Lernen beginnen
verlegen
uparty
Lernen beginnen
eigenwijs
prawdopodobny, prawdopodobnie
Lernen beginnen
waarschijnlijk
obecnie (nowadays)
Lernen beginnen
tegenwoordig
strasznie (przymiotnik)
Lernen beginnen
ontzettend
ledwo ledwo
Lernen beginnen
nauwelijks
bijna niet
punktualny
Lernen beginnen
punctueel
skromny
Lernen beginnen
bescheiden
skąpy
Lernen beginnen
gierig
ambitny
Lernen beginnen
ambitieus
uczciwy
Lernen beginnen
eerlijk
towarzyski
Lernen beginnen
sociaal
mądry
Lernen beginnen
wijs
nieuczciwy
Lernen beginnen
oneerlijk
wrażliwy
Lernen beginnen
gevoelig
hojny
Lernen beginnen
vrijgevig
zajęty, pracowity (busy)
Lernen beginnen
druk
głupi
Lernen beginnen
stomme
gadatliwy
Lernen beginnen
spraakzaam
nieuprzejmy
Lernen beginnen
onaardig
niecierpliwy
Lernen beginnen
ongeduldig
denerwujący, irytujący
Lernen beginnen
vervelend
wściekły
Lernen beginnen
woedend
smutny
Lernen beginnen
verdrietig
zaskoczony
Lernen beginnen
verrast
znudzony
Lernen beginnen
verveeld
zaskoczony (neg.)
Lernen beginnen
verbaasd
podekscytowany
Lernen beginnen
opgewonden
przestraszony
Lernen beginnen
bang
wyczerpany
Lernen beginnen
versleten
zmęczony
Lernen beginnen
moe
zirytowany
Lernen beginnen
geërgerd
zrozpaczony
Lernen beginnen
vertwijfeld
zachwycony
Lernen beginnen
verheugd
odrzucać
Lernen beginnen
weigeren
wydawać
np. pieniądze
Lernen beginnen
besteden
geld besteden
dopingować
Lernen beginnen
juichen
ciekawski
Lernen beginnen
niewsgierig
zszokowany, wstrząśnięty
Lernen beginnen
geschrokken
rozsądny
Lernen beginnen
verstandig
współczujący
Lernen beginnen
medelevend
próżny
Lernen beginnen
ijdel
zarozumiały
Lernen beginnen
verwaand
oburzony
Lernen beginnen
verontwaardig
ciekawy
Lernen beginnen
benieuwd
czy jesteś czymś zajęty?
Lernen beginnen
ben jej met iets bezig?
Przygotowywać posiłek
Lernen beginnen
De maaltijd klaarmaken
obrzydliwy, bardzo brudny
Lernen beginnen
vies
solidne spodnie
Lernen beginnen
stevige broek
nakrycie głowy
Lernen beginnen
de hoofdbedekking
nie potrzebować (tylko przeczenia)
Lernen beginnen
hoeven
niektórzy ludzie
Lernen beginnen
somige mensen
cmentarz
Lernen beginnen
het kerkhof
Skarb
Lernen beginnen
de schat
czekać na
Lernen beginnen
wachten op
mądry
Lernen beginnen
wijs
surowy
Lernen beginnen
rauw

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.